कामान्यः कामयते मन्यमानः स कामभिर्जायते तत्र तत्र ।
पर्याप्तकामस्य कृतात्मनस्विहैव सर्वे प्रविलीयन्ति कामाः ॥ २ ॥“kaamaan jah kaamayate manyamaanah
(Mundako Upanishad Verse 3.2.2)
sa kaamabhirjaayate tatra tatra
paryaapta kaamasya krutaatma nasti haiba
sarbay prabileeyanti kaamah.”
Mensen die veel verlangens hebben, en deze wensen te vervullen, worden na het verlaten van het lichaam bij de dood vergezeld door die verlangens en worden herboren in deze werelden waar hun onvervulde verlangens worden vervuld. Maar voor mensen die geen verlangens hebben, zijn hun verlangens alleen in dit leven vervuld. Hij bereikt de bevrijding.
Met liefde en de beste wensen,
Nederig
Paramahansa Atmananda Ji