De aspecten van het Zelf

सर्वत: पाणिपादं तत्सर्वतोऽक्षिशिरोमुखम् |
सर्वत: श्रुतिमल्लोके सर्वमावृत्य तिष्ठति || 14||

Sarvatah Paani Paadam Tat Sarvatoakhi Shiromukham
Sarvatah Shrutimllokey Sarvamaavritya Tisthati (13-13)

The Bhagavad Gita Chapter13 Verse14

Algemene betekenis:

Dat Allerhoogste (Het Zelf) heeft overal handen en voeten, heeft overal ogen, hoofden en mond, heeft overal oren. Hij bestaat omsluit alles en allen.

Uitleg:

God staat bekend als het Innerlijke Zelf van alle wezens voor de spirituele zoekers. God ziet alles, overal, door de ogen van elk wezen, roerend en onroerend. Elke vorm, elke naam is Zijn vorm en Zijn naam. De vijf grote elementen die de schepping vormen zijn Zijn energie. Dit zijn - de Aarde, het Water, het Vuur, de Lucht, de Ruimte en de Ziel of de Geest. Deze zijn op hun beurt de zichtbare en onzichtbare aspecten van de hele schepping.

Met liefde en nederigheid,
Paramahansa Atmanandaji

nl_NLNL